Wim Wolfs Grasparkieten
Over Ons
In mei 2009 heeft Marco Rijndorp voor de NGC de volgende reportage gemaakt. Dit zegt eigenlijk alles
over mijn hobby en de hulp die ik krijg van Jasper mijn zoon. Ik heb daarom onderstaand dit stuk van Marco
gepubliceerd, met dank aan Marco. Je kunt het artikel ook in pdf lezen door hiernaast op pdf te klikken.
"Ten Huize van" Wim en Jasper Wolfs
Vandaag ben ik op bezoek bij vader en zoon, Wim en Jasper Wolfs in het mooie Arnhem .Het huis is prachtig
Gelegen in de wijk de Paasberg gelegen langs de A12 . Oorspronkelijk een bosgebied dat eigendom was van
de familie van Pallandt , die het gebied in 1921 aan de Gemeente Arnhem te koop aanbood.
Enkele bouwpercelen zijn in 1927 verkocht voordat de gemeenteraad besloot gehele wijk te laten bebouwen
op percelen met erfpacht . Aan de zuidzijde in de wijk is het landgoed "Bronbeek" gelegen, oorspronkelijk
een invalidentehuis voor koloniale oud-militairen. Het landgoed werd in 1859 door de koning geschonken en
dat de staat alle kosten voor instandhouding van het geheel zal betalen.
Zij kweken met de volgende kleurslage,Wit - en geelvleugels, groen, blauw, grijs, spangle's, Australisch bont,
Australisch geelmaskers. Hun specialisatie qua kleur zijn de wit en geelvleugels, spangles .
GESCHIEDENIS
Mijn vader had vroeger kippen,duiven,konijnen en fazanten. Nadat we in 1954 waren verhuisd werden er
ook tropische vogels en kanarie's aangeschaft. In 1955 kwam een vriend van mijn vader met een paar
lichtgroene en een paar hemelsblauwe grasparkieten om deze tijdelijk in een kooi te houden totdat hij een
kooi had gebouwd. Enfin, zijn kinderen wilden liever een bok meteen bokkenwagen hebben en ik wilde ze
eigenlijk niet meer kwijt. Literatuur was er bijna niet over de kweek en verzorging dus werd er bij de plaatselijke
vogelvereniging geïnformeerd. Later ontdekte ik dat er in Engeland veel grotere vogels waren en zo werd
er in Londen bij Tom North een koppeltje grijze geelmaskers en witvleugels gekocht . Na mijn huwelijk
bleven de grasparkieten bij mijn ouders en ging ik elke avond daar mijn vogels verzorgen. Totdat er werd
ingebroken en al mijn vogels verdwenen waren. Wel hadden we thuis nog een kamerparkiet. Gebrek aan
ruimte en tijd waren de oorzaak dat ik pas weer rond 1987 een paar grasparkieten kocht bij Armand Swaegers
en gebroeders Peeters en weer gaan kweken. In 1992 zijn we de eerste maal naar Jo Mannes gegaan.
Daar hebben we een aantal zeer goede vogels de afgelopen jaren aangeschaft. Later samen met Rob Alofs
een heel goede samenwerking gehad en regelmatig een aantal vogels uitgewisseld. Rob heeft onlangs
aangegeven met de hobby te stoppen en heb ik een twintigtal vogels van Rob gekregen.
De witvleugels trokken steeds mijn aandacht op de shows en de stam van Cees Suur kwam in 1998
met zijn pensionering te koop. Cees gunde me de eerste keus en dat is de basis geweest voor een mooie stam.
In 2000 ging ik voor het eerst met mijn witvleugels naar Karlsruhe en won met mijn vogels alle prijzen
bij de "hellflügel". In 2002 was dat weer het geval, maar helaas was het daarna een rampjaar met veel
ziekte onder de vogels. Van die stam heb ik vorig jaar gelukkig nog enkele afstammelingen dankzij
Wim Jansen van partnerschap " Bronckhorst " kunnen krijgen. Ook via Roger Day heb ik nog wat in de
lijn kunnen kruisen. Maar helaas heb ik wel de opaline factor in mijn wit en geelvleugels gekregen en
dat is een factor die ik liever niet in deze mutatie zie, net zo min als de cinnamonfactor. Deze kunnen
in de stam zeer lang blijven sluimeren. (dus dat men steeds weer een split cinnamon of/en opaline kweekt
en dat de man dat steeds op zijn mannelijke kinderen overdraagt zonder dat er een pop wordt geboren
die cinnamon of /en opaline is.
DE KWEEKRUIMTE
In de schuur heb ik eerst een vlucht met vier broedkooien gebouwd. Al gauw was de hele schuur in beslag
genomen en werd ook het gedeelte tussen de schuur en de garage dichtgebouwd. Het geheel is nu drie
meter diep en zes meter lang. Dertig broedkooien "van Keulen" afm. 40 cm diep 50 cm hoog en 60 cm lang,
twee stockooien 40 cm diep, 50 cm hoog en 100 cm lang, een vlucht van twee bij twee meter en een van een
meter twintig bij twee meter. In de garage is nog een ruimte van een meter twintig breed en twee meter
vijftig lang. De schuur, waar het grootse gedeelte van de broedkooien staan heeft een houten dak met
mastiek bedekking en een kleine dubbelwandige lichtkoepel. De wanden binnen zijn van geplastificeerde
spaanplaat en de vloer is van natuursteen in de schuur en de rest van gepolijste betontegels.
Het gehele front is van merbau hardhout, met aan de bovenzijde scharnierende ramen. In de ruimte is
een stoffilter en een centrifugaal afzuiginstallatie van drie honderd m3 in de voorwand.
Het dak van de ruimte tussen de schuur en de garage is van policarbonaat platen dik 16mm.
Omdat de kooi op het zuid-westen ligt kan het in de zomer behoorlijk warm worden. Meestal leggen
we dan underlayment multiplex platen op het dak om de direkte zonnestralen tegen te gaan en de t
emperatuur zo op een redelijk niveau te houden.
De nestblokken zijn de standaard van Keulen nestblokken met de tweedelige deksel gekoppeld met een
pianoscharnier om het risico dat het kleine gedeelte bij het openen niet uit de vingers valt op de eieren.
De holte in de bodem van het broedgedeelte heb ik ongeveer een centimeter dieper gemaakt omdat
anders het risico loop dat de eieren niet centraal blijven liggen.
Verwarming: electrisch met thermostaat, maar zeer weinig en alleen bij strenge vorst. Maar meestal
is het niet nodig.
VOEDING
Zaadmengsel : Witte Molen Grasparkieten Europa mengsel of Quicko Grasparkieten Champion
Bevat: 50% witzaad, 20% wit millet, 20% japanse millet, 5% geel millet, 5% senegal millet
Gele trosgierst en in het broedseizoen af en toe een stuk rode trosgierst.
Eivoer : Witte molen met extra mengsel van gedroogde meelwormen ect. van Alwecka
(50 gram op 5 kilo eivoer)
Groenten
; Af en toe een klein blaadje andijvie maar beslist geen sla en in het broedseizoen soms
een stukje wortel of suikermais.
Kiemvoer : In het broedseizoen twee maal per week ( Katja Indoe , tarwe,kleine zonnepitten,ect)
+/- drie ons weekvoer gemengd met een halve kilo eivoer :
"
drie maatlepels daily essentials
"
twee maatlepels Proboost supermax
"
twee maatlepels Breedmax
Ziektebestrijding/preventie:
Dagelijks aandachtig de vogels bekijken en als er een vogel dik zit of dunne ontlasting vertoont wordt hij
separaat gezet en krijgt deze drie dagen een klein theelepeltje toxiose mix over het voer. En eventueel
in de ziekenkooi. Bij oogontsteking terramicine oogzalf of gentapol oogdruppels.
DE KWEEK
Medio juli worden mannen en poppen tot aanvang van de kweek gescheiden. De wand tussen de vluchten
is van plexiglas. Start van het koppelen medio september en ik streef er naar dat eind april de broedkooien
weer leeg zijn. Meeste koppels twee ronden , maar ik heb ook wel paren die drie rondes doen. Dit jaar heeft
een overgoten pop me zelfs vier legsels grootgebracht . Terwijl er zeven jongen in het broedgedeelte van het
legblok lagen had de pop in het andere gedeelte al weer vijf eieren liggen voordat ik in de gaten had. Ik heb
toen maar besloten dat ze maar door moest gaan . Nu heeft ze weer 6 jongen , zodat ze 27 jonge in vier
ronden heeft grootgebracht.
Gebruik pleegouders, regelmatig maar ik moet er wel zeker van zijn dat deze de jongen voorbeeldig
grootbrengen. Overleggen van alleen eieren of ook jongen. Kan beiden indien nodig. Aantal jongen gewoonlijk
per seizoen. 120 à 150.
Sterke eigenschappen van bestand. Ik streef naar showmanship bij mijn vogels, kopbreedte,maskerdiepte,
type van de bevedering en formaat. Met hulp van mijn Zoo Easy programma heb ik goed overzicht van de
stamboom van elke vogel. Zeker voor de wit- en geelvleugels is dit een goede hulp.
Aankopen bij andere kwekers.
Jo Mannes Freiburg
Vroeger Ron Sellen in Romford bij Londen
Gerard Peters , Rob Alofs
Rein Dul
Bepaalde kweekmethode zoals lijnteelt of sterke inteelt. Lijnenteelt maar wel met een kritisch oog om
verbeteringen te bereiken. Wat vindt de kweker zelf de mooiste vogels. De violette spangle lijn van Jo mannes.
Deelname aan shows.
"
NGC-DBS in april en september.
"
NRW in Mettmann bij Düsseldorf.
SHOWVOORBEREIDING
Drie weken voor de show wordt er een selectie gemaakt, welke vogels er in aanmerking komen .
Dan worden poppen en mannen gescheiden in dubbele broedkooien gezet, maximaal zes bij elkaar.
Vogels zonder staart zijn bij voorbaat al afgevallen. Elke dag twee maal met de plantenspuit de vogels
benevelen met water waar Birdy aan is toegevoegd . Ongeveer een week voor de show de vogels met
een tandenborstel wassen met babyshampoo( goed naspoelen). Twee dagen later de kopveren kammen
met een ijzer babyzaagje, zodat de stoppels zich kunnen ontvouwen tot veren(zie foto)
Twee dagen voor de show de spots bijwerken.
Wederom weer erg genoten van een hok schitterende kwaliteitsvogels !! Ook bij de wit en geelvleugels zitten
al aardige kwaliteitsvogels tussen dus hier gaan we zeker in de toekomst nog veel van horen .
Wim en Jasper hartelijk bedankt voor de medewerking aan het kwekersportret
Bedankt voor de gastvrijheid en ik wens jullie veel succes in het nieuwe kweekseizoen .
Met vriendelijke groet,
Marco Rijndorp